Deze week staan we even stil bij de adventskalender.

Een adventskalender is een kalender die onderdeel is van een christelijke traditie die stamt uit de 19e eeuw, advent. De kalender bevat verschillende luikjes, elke dag mag er 1 luikje worden geopend. Meestal kan er in de vakjes wat chocola of een andere lekkernij worden gevonden voor kinderen. Ook zijn er kalenders die zich meer op volwassenen richten, vaak zijn de vakjes dan voorzien van spreuken of foto’s. De kalender maakt het leuk om de dagen voor kerst af te tellen. De kalenders worden geproduceerd in vele verschillende vormen en maten. Alle kalenders hebben gemeen dat ze de resterende dagen tot Kerstmis aftellen, meestal zijn dat er 24. In die zin heeft de adventskalender dezelfde functie als de adventskrans. Vaak begint het aftellen op 1 december maar dit kunnen ook andere data tussen 27 november en 3 december zijn. Er zitten in ieder geval altijd 4 zondagen in de adventstijd.
Advent is in het christendom de benaming voor de periode voor kerst. De naam advent komt van het Latijnse woord adventus, dat komst betekent. In de adventsperiode bereiden christenen zich voor op het kerstfeest, en wordt de geboorte en de wederkomst van Jezus herdacht. Advent is oorspronkelijk van Duits lutherse afkomst, dit verklaart waarom je in Duitsland en Oostenrijk nog altijd heel veel verschillende adventskalenders kunt vinden. De laatste jaren heeft de adventskalender zich verspreid over een groot aantal christelijke landen, maar in toenemende mate ook over een aantal niet-christelijke landen.