(Adelgonde, Adelgundis, Aldegonde, Aldegundis, Allegonda)

Feestdag: 30 januari

Geboren rond 630 in Henegouwen, dochter van de HH. Walbertus van Lotharingen en Bertilla van Henegouwen, en zuster van de H. Waltrudis van Bergen. Zij stamde uit de Merovingische dynastie en vluchtte van huis weg om in het klooster te kunnen treden.
Later werd zij stichteres en eerste abdis van het klooster van Maubeuge bij de Samber. Meestal wordt zij in die functie of als kanunnikes voorgesteld met staf (waaraan vaak een sudarium of priaal hangt), een tot de voeten reikend onderkleed, een halflang bovenkleed met wijde mouwen, een witte ondersluier en een zwarte mantel. Boven haar hoofd of op haar schouder bevindt zich vaak een duif die een (meestal zwarte) sluier op haar neerlegt, naar de legende dat dit gebeurde toen zij van de H. Amandus* het ordekleed ontving. Veelal wordt naast haar een engel met witte lelie afgebeeld, die haar een boek aanreikt of ernaar wijst.
Het was immers een engel die haar troostte toen haar werk door afgunstigen werd afgekeurd.
Soms trapt Aldegonda op een kroon en/of op een scepter, omdat ze haar adellijke afkomst afwees. Zeldzamer is een kelk met hostie of een kaars, een verwijzing naar een gesprek met de H. Amandus: daarbij viel de kaars om, die spontaan opnieuw vlam gevat zou hebben toen hij ze rechtzette. Voorts komen een rozenkrans of een kruisbeeld voor.
Een veelvuldig afgebeelde scène is de oversteek van de Samber toen zij van huis wegvluchtte om een kuis leven te leiden. Zij werd daarbij geholpen door één of twee engelen. Op dergelijke voorstellingen is zij meestal gekleed in koninklijke gewaden met kroon. Volgens de legende werden tijdens de oversteek zelfs haar voeten niet nat. Omdat Aldegonda van Maubeuge zelf omstreeks het jaar 700 aan een slepende ziekte overleed, werd ze aangeroepen tegen kanker en voorts tegen verschillende kinderziekten, koorts, tetanus, zweren, hoofd- en keelpijn.