Feestdag: 30 mei

Dochter van een Ierse koning eind 6de eeuw. Toen de koningin-moeder stierf, wilde de koning met zijn dochter Dymphna trouwen wegens de gelijkenis met haar moeder. Dymphna vluchtte met de H. Gerebernus over zee en belandde in Vlaanderen. Haar vader reisde haar achterna en sloeg haar in de buurt van Geel in een vlaag van verstandsverbijstering het hoofd af.

Dymphna wordt voorgesteld in koninklijke gewaden met een kroon op het hoofd. In de ene hand houdt ze vaak een opengeslagen boek, de andere steunt op een zwaard waarvan de punt weleens door de nek steekt van een geketende duivel aan haar voeten (symbool van haar vader en van bezetenheid). Soms zijn ook een martelaarspalm en scepter aanwezig.

Omdat haar vader na de dood van zijn vrouw waanzinnig werd van verdriet en in die geestestoestand zijn dochter doodde, wordt Dymphna aangeroepen tegen waanzin en epilepsie. Zij wordt de ‘Eerste Martelares van de Kempen’ genoemd.

Vanuit die verering voor haar ontstond in Geel de unieke formule van de gezinsverpleging, de opvang van geestelijk of verstandelijk gehandicapte mensen door particuliere inwoners van de stad.