(Pepinus, Pipin of Pippin van Landen, ook van Nijvel of de Oudere)

Feestdag: 21 februari.

Pepijn maakt deel uit van een zeer heilige familie. Hij trouwde met Itta of Iduburga, die later eveneens heilig verklaard zou worden († 652; feest 8 mei); evenals hun dochters Geertruida (de latere grote abdis van Nijvel) en Begga, naar wie de beweging van begijnen en begarden (= mannelijke begijnen) zich in de 12e eeuw zou noemen. Ook om hun zoon Grimoald hangt een geur van heiligheid. Dit alles moet wel betekenen, dat Pepijn en zijn gezinsleden zeer veel hebben gedaan voor de verbreiding van het christendom in een tijd dat zoiets niet voor de hand lag. Vooreerst op financieel gebied door kerken, kloosters en kapellen te stichten; maar vervolgens ook door hun levenswijze. Pepijn werd door koning Chlotarius aangesteld tot hofmeier, en vertrouwde hem tezamen met bisschop Arnoldus van Metz de opvoeding van zijn zoon Dagobert toe, die de laatste Merovingische koning in het Frankenland zou worden. Dagobert werd een edelman, vervuld van christelijke geest: de liefde tot God en de liefde tot de naaste. Dagobert volgde zijn vader Chlotarius na diens dood op als koning. Ook nu liet hij zich door zijn opvoeders gezeggen. Tot het moment, dat hij bisschop Amandus († ca 675; feest 6 februari) uit zijn koninkrijk verbande. Dat was voor Arnold aanleiding om ontslag te nemen als bisschop van Metz en de eenzaamheid op te zoeken. Er was nu niemand meer dan Pepijn om de koning op zijn stommiteit te wijzen. Hij deed het met gevaar voor eigen leven. Maar gelukkig zag Dagobert zijn misstap in en liet Amandus terugroepen. Bovendien liet hij zijn pasgeboren zoon Siegbert dopen en vertrouwde deze voor zijn verdere opvoeding toe aan Pepijn. Toch schijnt Pepijn in 634 in ongenade gevallen te zijn, welke situatie duurde tot 639. Zoon Siegbert was Pepijn veel dank verschuldigd. Hij drukte deze uit door later Pepijns zoon Grimoald in dienst te houden als hofmeier. Pepijn stierf op 21 februari 639. Siegbert beschouwde dat als het grootste verlies dat hem kon treffen. Pepijn werd aanvankelijk bijgezet in Landen, maar later overgebracht naar het klooster te Nijvel, waar hij naast zijn dochter Geertruida begraven werd. Hij is de stamvader van de Karolingers, die later de heerschappij van de Merovingers zouden overnemen.