Vakantie is

even wegvluchten uit al die drukke dagen,

herleven en weer vrij worden

voor jezelf en voor velen om je heen.

 

Vakantie is

het dagdagelijkse ritme doorbreken,

anders leven dan voorheen

en zomaar blij zijn dat het vakantie is.

 

Vakantie kan zijn

wegtrekken uit je vertrouwde omgeving

en gast mogen zijn in een vreemd land

en daar openkomen voor mensen en dingen om je heen.

 

Vakantie kan zijn

zomaar wat wandelen in Gods wijde natuur,

op je rug in het gras liggen

en met een grasspriet in de mond kijken en luisteren.

 

Vakantie kan zijn

een dagtrip maken naar de zee of naar de bergen,

en even halt houden bij een oude abdij

en daar de stilte proeven van Gods aanwezigheid.

 

Vakantie kan zijn

gezellig zitten keuvelen met je buur aan de overkant

en als de koele avond komt

late vogels horen fluiten als een lied voor jou.

 

Vakantie kan zijn

wat meer naaste worden voor naasten om je heen,

oude vrienden weer eens gaan groeten

en deugd hebben aan oude herinneringen die weer leven.

 

Vakantie kan zijn

vrijwilliger zijn waar nood is om je heen,

beroep op je laten doen in duizend kleine dingen

en blij zijn dat het zo gebeuren kan.

 

Vakantie kan zijn

weten dat het leven altijd vakantie mag zijn,

als we deugd hebben aan vele kleine dingen

en aan veel kleine mensen om ons heen.

 

Onbekend

Uit: Broeder Franciscus, 2011(4) 120-121