Meest recente berichten
- Stichtingsverjaardag K.F. De Werkmanszonen Zichen-Bolder
- Vormelingen Genoelselderen-Millen gaan de creatieve toer op
- KALENDER Zaden van het Woord
- Nieuws van het Kroningscomité
- H. Genoveva Zussen
- Voorstelling van de processiegroepen 4
- Voorstelling van de processiegroepen 3
- Voorstelling van de processiegroepen 2
- Voorstelling van de processiegroepen 1
- Kerstvieringen Membruggen
- Appelen heilen op nieuwjaarsdag in Genoelselderen
- Januarigedachten
- Fakkeltocht: Spreek Met Vuur
- Het nieuwe jaar 2023 draagt een kroon!
- Gedeeltelijke vernieuwing van de kerkraad
Categorieën
- Algemeen (1.028)
- Dekenaat Tongeren (16)
- Federatie Vlijtingen (55)
- Federatie Voeren (56)
- Kroningsfeesten (13)
- Parochies-Vlijtingen (364)
- Genoelselderen (42)
- Herderen (13)
- Kanne (98)
- Lafelt (28)
- Membruggen (23)
- Millen (13)
- Riemst – Heukelom (65)
- Valmeer (13)
- Vlijtingen (56)
- Vroenhoven (52)
- Zichen-Bolder (27)
- Zussen (37)
- Parochies-Voeren (279)
- 's Gravenvoeren (56)
- Moelingen (83)
- Remersdaal (38)
- Sint-Martens-Voeren (63)
- Sint-Pieters-Voeren (20)
- Teuven (45)
Archief
Johannes van Thérouane
(ook van Commines, van Terwaan of van Waasten)
Feestdag: 27 en 29 januari
We danken zijn levensbeschrijving aan een tijdgenoot van Johannes, een monnik die hem lange tijd heeft meegemaakt. Veertig jaar na zijn dood schreef hij zijn herinneringen op.
Johannes werd geboren in het plaatsje Warneton aan de Leie. De Vlaamse benaming luidt Waasten. Tegenwoordig ligt het juist over de grens in Frankrijk en vormt het een dubbelgemeente met Commines. Zijn ouders waren gelovige mensen. Hij kreeg zijn opleiding achtereenvolgens bij Lambert van Utrecht en bisschop Ivo van Chartres († 1116; feest 21 mei).
Eenmaal thuis terug trad hij in de augustijner communiteit van Arras, en leidde een voorbeeldig monnikenleven. Op een goed moment werd een ander lid van de communiteit, Lambert, tot bisschop van de stad benoemd. Met deze Lambert had Johannes in Chartres bij bisschop Ivo zijn opleiding genoten. De man verzette zich met hand en tand, want hij achtte zich tegen zulk een zware taak en hoge waardigheid niet opgewassen. De collega-bisschoppen moesten hem letterlijk naar zijn zetel slepen. De bisschop van Reims schrok er onder deze omstandigheden voor terug hem de wijding toe te dienen. Lambert maakte van dat uitstel gebruik door naar Rome te reizen en de paus, Urbanus II († 1099; feest 29 juli), te smeken van zijn benoeming af te zien. Hij wierp zich languit voor zijn voeten. Maar de kerkvorst dacht er niet aan zijn plannen te veranderen en wijdde Lambert ter plekke tot bisschop.
De man had inderdaad een zware taak, want er waren in de afgelopen eeuwen talrijke misstanden gegroeid onder de geestelijken van zijn bisdom. Daarom zocht hij hulp bij bekwame mannen. Een van hen was zijn studiekameraad Johannes. Maar deze reageerde hetzelfde als hijzelf. Zodra hij maar kon trok hij zich weer terug in het klooster om in alle rust en stilte zich te wijden aan het contemplatieve leven. Dat ging zelfs zo ver dat Lambert zich genoodzaakte zag elk klooster met kerkelijke straffen te dreigen dat onderdak zou verlenen aan Johannes! Nu schikte Johannes zich in zijn lot en nam de zware taak van aartsdiaken (wij zouden zeggen: vicaris-generaal) op zich.
Zijn persoon was een verademing. De afgelopen jaren hadden in die functie allerlei onwaardige types gediend. De een had zich schuldig gemaakt aan diefstal van kerkelijke schatten; daarbij had hij de geestelijken die in de kerk samen waren gekomen om de kostbaarheden te beschermen, met het zwaard bestreden en verjaagd. Uiteindelijk was de boosaardige prelaat door het volk zelf in zijn huis overvallen; ze hadden hem de tong uitgesneden en voorgoed verbannen. Maar zijn opvolger was niet veel beter geweest: die had zich schuldig gemaakt aan simonie.
Een derde was nooit verschenen, omdat hij zijn klooster niet had willen verlaten en een vierde had al erebaantjes gehad in een andere kerk en had zijn functie ernstig verwaarloosd.
Eindelijk was er met Johannes weer een waardig aartsdiaken aangetreden. Toen de zetel van het naburige Thérouane vrijkwam, begaven een aantal geestelijken zich naar de paus om hem ertoe te bewegen Johannes te benoemen. Dat deden ze achter de rug van de kandidaat om, omdat ze heel goed beseften dat hij zich met hand en tand tegen zo’n benoeming zou verzetten.
Bij terugkomst in Arras overhandigden ze hem de benoemingsbrief van de paus. Hij was volkomen van slag en dacht er zelfs over met een schip de zee op te gaan in de hoop dat het in een zware storm terecht zou komen en zou zinken! Op 17 juli 1099 werd hij in Reims door bisschop Manasses tot bisschop gewijd van Thérouanne.
Poppo van Deinze
(ook van Oostenrijk, van Stavelot of van Trier)
Feestdag: 25 januari
Poppo was een zoon van het Vlaams adellijke echtpaar Titzekin en Adelvina († 1015; feest 25 januari) van Deinze bij Gent, en werd in 978 geboren. Zijn vader stierf kort na zijn geboorte in een of andere strijd. Zijn moeder bracht hem middels haar opvoeding een degelijke vroomheid bij. Hij maakte op 22-jarige leeftijd een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Vijf jaar later nog één: naar Rome. Tijdens zijn tocht op weg naar zijn bruiloft zag hij in een nachtelijk visioen zijn lans branden als een fakkel. Hij beschouwde het als een teken uit de hemel, en besloot monnik te worden. Zo trad hij in 1005 toe tot de benedictijnen van de St-Thierry-abdij te Reims. Ook verbleef hij enige tijd in de abdij van St-Vanne te Verdun. Daar hielp hij zijn leermeester Richard († 1046; feest 14 juni) bij de hoognodige kloosterhervormingen. Vele benedictijner abdijen waren in de loop van de afgelopen eeuwen veranderd in grootgrondbezitters en van de weeromstuit leidden vele monniken van adellijke afkomst er een weelderig herenleven.
Enige tijd later kreeg hij zelf de opdracht om in een aantal kloosters hervormingen door te voeren. Zo trok hij in 1013 naar het klooster St-Vedastus in Arras. In 1020 werd hij door toedoen van keizer Hendrik II († 1024; feest 13 juli) abt van het dubbelklooster Stavelot-Malmédy met de opdracht ook daar de hervormingen door te voeren. Daar besteedde hij speciale aandacht aan het gasthuis en met name de opvang van zieken: zo genas hij een melaatse door de deken van zijn eigen bed op de zieke te leggen en wekte hij een herder tot leven die door een wolf was gedood. Er worden wel meer wonderbaarlijke reddingen en genezingen aan hem toegeschreven: zo bewerkstelligde hij de genezing van Hubald die bij de bouw van de abdij van Stavelot naar beneden was gevallen; voor het altaar wekte hij een gestorven medebroeder tot leven.
Keizer Koenraad II de Saliër († 1039) stelde hem aan tot zijn persoonlijk raadsman. In die hoedanigheid voerde hij in nog minstens zeventien kloosters de hervormingen door. Zijn levensbeschrijvers benadrukken dat hij steeds met veel geduld, tact en naastenliefde te werk ging. Toch werden zijn hervormingen door lang niet iedereen in dank afgenomen; velen zagen zich immers beroofd van een gemakkelijk leventje. In Malmédy werd hij met een mes bedreigd en in Sankt Maximin in Trier ontsnapte hij ternauwernood aan de dood door vergiftiging. Op weg naar één van zijn vredesmissies werd hij in Marciennes getroffen door een hartaanval en stierf, 70 jaar oud.
Hij werd overgebracht naar Stavelot en daar bijgezet in de kloosterkerk. Daar gebeurden al spoedig wonderen. Zo zou hij daar aan pelgrims verschenen zijn en een van hen van waterzucht hebben genezen. In 1624 werden zijn relieken verheven tot de eer der altaren, wat gelijkstond aan een heiligverklaring.
Patronaten
Hij is patroon van Stavelot (prov. Luik, België).
Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen waterzucht.
Hij wordt afgebeeld met een speer, of ook met een wolf (vanwege het wonder dat hij de doodgebeten herder weer ten leven wekte?). Hij kan natuurlijk ook symbool zijn van zijn werk als kloosterhervormer: waar hij herders van de kerk weer nieuw leven inblies. Ook kan het slaan op zijn verblijf in Trier waar tegenstanders hem eerst met het zwaard en vervolgens met vergif probeerden te doden. Maar hij overleefde al deze aanslagen. Hij wordt ook gerekend tot de Oostenrijkse heiligen.
Overlijden E.H. Jef Willen
Op woensdag 17 januari is E.H. Jef Willen overleden, enkele weken nadat hij zijn diamanten priesterjubileum heeft mogen vieren.
E.H. Jef Willen is geboren op 22 september 1932 in Buggenhout. Een korte terugblik op een welgevuld en toegewijd leven:
Over zijn kindertijd vertelde pastoor Jef Willen: “Ik ben geboren – als zevende van acht – in de gendarmerie van Buggenhout in oostelijk Oost-Vlaanderen op 22 september 1932 en ’s anderendaags aldaar gedoopt in de St.-Nicolaaskerk. Begin 1937 trokken wij allen met onze vader-rijkswachter mee naar Tongeren. Daar deed ik in ’39 mijn eerste communie in de basiliek en daarna verhuisden wij in het oorlogsjaar 1942 naar de Heuvelstraat te Lanaken. Je voelt het al aan…in de voorbije zeventig jaren zou ik telkens moeten wennen aan een nieuwe, andere thuis in een vreemde omgeving.”
Na zijn plechtige communie in de St.-Ursulakerk op 7 mei 1944 , werd de tiener Jef als intern-student in het kleinseminarie te Sint-Truiden ingeschreven. Eerst maakte hij in september nog de indrukwekkende bevrijding van Lanaken mee door de Amerikaanse tanks. Daarom konden de vier Lanaker studentjes pas in oktober aan de slag in het voorbereidend jaar voor de Latijns-Griekse humaniora in de Trudostad.
“We bleven daar ongeveer twee maanden voordat wij terug voor een ‘sortie’ of ‘vakantie’ naar huis mochten.” zette de pastoor zijn verhaal voort. “In die tijd werd je volgens het reglement streng aangepakt. Die tijd is niet te vergelijken met zoals het er nu aan toegaat in het middelbaar onderwijs! Je had er als student niet de minste inspraak! Blinde gehoorzaamheid was de geenszins te betwisten boodschap…”
Na het laatste jaar moesten de rederijkers in 1951 een keuze maken. De jonge Jef koos voor het priesterschap, volgde twee jaren Wijsbegeerte aan hetzelfde kleinseminarie en daarna vier jaar Godgeleerdheid in het grootseminarie te Luik. Tussendoor deed hij anderhalf jaar verplichte legerdienst ( lichting 1954) als geestelijke-brancardier in opleiding te Aalst en als verpleger in het militair ziekenhuis Saint-Laurent te Luik. Pastoor Jef werd uiteindelijk in de kathedraal van Luik tot priester gewijd door Mgr van Zuylen – toen hulpbisschop van Luik – op zondag 8 december 1957.
Hier begint het boeiend reisverhaal van de pastoor: “Mijn eerste benoemingen kreeg ik eerst in 1958 als nieuwbakken priester-leraar en prefect van het externaat aan de het St.-Jan Berchmanscollege te Genk en daarna in 1961 aan het kleinseminarie te St.-Truiden. Dit internaat was mij bekend vanuit mijn eigen studententijd en oud-professors van mij werden er mijn confraters. Voorheen als stroper, nu als boswachter…en de beste stropers worden de beste boswachters!”
En om een heel lang verhaal kort te maken: toen de moeder van de pastoor in 1963 stierf, trok hij naar de bisschop met de vraag om ergens kapelaan te mogen worden. Dat werden achtereenvolgens de twee centrumparochies (in 1964) in Bree-St.-Michiel en (in 1965) te Genk-St.-Martinus. Zo konden vader Willen en zus Godelieve met hem mee naar Bree. De vader van de pastoor stierf in 1972 in de kapelanij te Genk. De pastoor: “In het Jaar van het Dorp 1978 werd ik voor het eerst pastoor in het kerkdorp van Zichen-Bolder (Riemst). Na vier jaar en vier maanden Zichen verhuisde ik naar de stadsparochie St.-Maternus (Paspoel) te Tongeren en in juni 1990 kwam ik terecht in de pastorij van Veldwezelt als moderator van de federatie Veldwezelt-Gellik-Kesselt.”
Pastoor Willen heeft naast zijn werkopdracht als priester vele andere eigentijdse pastorale initiatieven genomen. In de parochies van Genk, Zichen-Zolder en Tongeren richtte hij als dirigent telkens een gemengd liturgische zangkoor op. Bij de lokale zender Riemst verzorgde hij een ‘pastoraal radiouurtje’en langs de piratenradio Tongeren werd hij gekend als programmamaker onder de schuilnaam van Pol Pase (afgeleid van zijn ‘Paspoel’-parochie). Van bisschop Heusschen kreeg hij toen de opdracht een ‘Limburgse Pastorale Radiodienst’ uit te bouwen en werd hij lid van de Interdiocesane Raad voor Media en Cultuur in Brussel. Bij de oprichting van TV-Limburg werd pastoor Jef lid van.deze tv-adviesraad als afgevaardigde van het bisdom. Tevens werd de sportieve Genker kapelaan – voorzitter van Genk V.V. – lesgever bij het Bloso en gedurende zevenentwintig jaren docent ‘Sportethiek’ en ‘Vergader- en Gesprekstechniek’ aan de KBVB-voetbaltrainersschool van Genk.
Na zijn pensionering verhuisde hij andermaal. Nu kwam hij bij ons, in het dekenaat Vlijtingen terecht. Daar heeft hij nog vele jaren zich dienstbaar gemaakt en ging hij graag voor in de zondagse vieringen maar ook tijdens de weekdiensten. We zijn erg dankbaar voor deze inzet, voor zijn inspirerende woorden en nabijheid. Begin december mochten we zijn zestigjarig priesterjubileum vieren. Hij keek er erg naar uit. Het was voor hem dan ook een onvergetelijke dag. Helaas volgde het afscheid snel…
We zullen hem missen en bidden voor zijn zielenrust.
’s Gravenvoeren – Kerstspel Rusthuis Ocura
Jaarlijks vindt er een kerstspel plaats in de kapel van Ocura te ’s-Gravenvoeren in samenwerking met Dorpstreffen Voeren.
Na het gebeuren in de kapel is er een gezellig samenzijn in de grote zaal met glüwein, chocomelk en kerststronk.
Dank aan de acteurs, de bewoners en overig publiek.
Kerstsfeer ten top!
Legende van St.Antonius
Naar aanleiding van het feest van Sint-Antonius op 17 januari, willen wij zijn legende eens in herinnering brengen.
Zo vertelden de moeders van oudsher die lieve legende aan hun kroost!
’t Was 16 januari, putteke van een ouderwetse winter, een ijzige oostenwind blies van Bolder over Meer. Geen zinnig mens waagde zich buiten. ’s Avonds schaarde men zich knus rond het knetterend haardvuur dat spookachtige schijnsels tegen de schamele kamerwanden flitste.
Doch vier mannen van Bolder trotseerden nacht en ontij; ze hadden een snood plan gesmeed! Ze zouden het Sint-Teunesbeeld dat al ten jare 1600 in de kerk van Meer pelgrims aantrok, naar Bolder brengen. ‘t Moest een onaangename verrassing zijn voor de lokale bevolking en de bedevaarders die ’s anderendaags Meer zouden aandoen.
Ze braken in het holst van de nacht de kerkdeur open en legden het eeuwenoude gepolychromeerde beeld gezwind in een wissen mand. Behoedzaam droegen zij de kostbare last via de Bodemstraat richting Peutje. Maar wat voelden onze belhamels? Hun gestolen buit woog zwaarder en zwaarder. Nu zetten ze hun prooi regelmatig neer en toen ze boven op de Peutjesweg arriveerden, moesten ze hun last als aan de grond genageld laten staan. Met open bek hijgden ze van alteratie en inspanning; ze voelden een bovenaardse kracht die hun opzet dwarsboomde. Terwijl ze met de handen in het haar zaten, zonk hun de moed in de schoenen. Maar deze kerels waren nog de kwaadsten niet. In plaats van de plaat te poetsen, dachten ze: “ Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”. Prompt keerde de nachtraven zich om, met een forse snok hieven ze de zware Sint-Teunes op en droegen hem terug richting Meer. Nu voelden onze bekeerlingen dat het beeld van de heilige eremiet in de mand alsmaar lichter en lichter woog. Op een drafje droegen ze de kluizenaar met bel, staf en varkentje naar de kerk weer en zetten hem parmantig terug op zijn vertrouwde sokkel.
’s Anderendaags, 17 januari, verliep het Sint-Teunisfeest rimpelloos. Naar alle waarschijnlijkheid had enige dagen later iemand in Bolder zijn mond voorbij gepraat en zo raakten de lotgevallen van de stoute kerels met het Sint-Teunisbeeld gekend.
Feestje pelgrimsgroep ‘Geen dolers maar pelgrims’
Deken J. Lemmens werd in de watten gelegd door de pelgrimsgroep ‘Geen dolers maar pelgrims’ van Dekenaat Vlijtingen in de Virga Jesse processie te Hasselt 2017.
Dorpsgenoot van Jef Lemmens -Mevr . Maria Claesen, pelgrim van het eerste uur en dochter Véronique met haar team zorgde voor de perfecte organisatie van het feestje naar aanleiding ook van de 70 ste verjaardag van Heer Deken.
In 2018 staat een nieuw initiatief van Bisdom Hasselt op het programma, nl. een pelgrimage vanuit Dekenaat Vlijtingen naar de Virga Jesse te Hasselt met mogelijkheid tot deelname op verschillende instapplaatsen (nadere gegevens later in Kerk en Leven ). Het was een gezellige bijeenkomst met als afsluiter een stuk lekkere verjaardagstaart. Dat Deken Lemmens nog lang in ons Dekenaat mag vertoeven !’
Maurus van Huy
(Mort van Huy, van Andenne)
Feestdag: 15 januari
Geschiedkundigen zijn er niet zeker van of deze heilige werkelijk bestaan heeft. Zijn verhaal berust vooral op plaatselijke overlevering en legende.
Hij zou dan afkomstig zijn uit Andenne. Eigenlijk is de Franse vorm van Maurus, Maur, een verbastering van ‘Mort’ (= ‘Dood’: verkorting van Mort-né = ‘Doodgeboren’). Hij werd zo genoemd omdat hij als baby dood levenloos ter wereld kwam. Maar volgens het verhaal bracht zijn vader hem naar het naburige kapelletje van Onze Lieve Vrouw van de Wijngaard. Daar werd zijn gebed verhoord: het kind kwam weer tot leven.
Eenmaal volwassen volgde Mort zijn vader op als kolenbrander. Maar na diens dood trok hij zich als kluizenaar terug in de eenzaamheid om zich in een leven van gebed geheel en al aan God toe te wijden. Bij zijn dood was hij ergens in de tachtiger jaren.
Toen de inwoners van Andenne hem begonnen te missen, gingen ze een kijkje nemen in zijn cel. Daar troffen zij hem aan, dood, gelegen op zijn matras met gevouwen handen. Zij wilden zijn graf een plekje in hun midden geven, maar op een teken uit de hemel brachten ze hem over naar de kerk van Sint-Jan de Evangelist in Huy. Dat was de kerk die hij bij zijn leven herhaaldelijk had bezocht.
Zijn voorspraak werd (en wordt?) ingeroepen tegen stenen, hoofdpijn, beenkwalen, jicht en verlamming.
Overlijden Pater Willibrord (Alfons) Muermans, Assumptionist
Pater Willibrord werd geboren te Vlijtingen op 10 december 1924. Hij legde zijn geloften af te Taintignies in 1945 en werd priester gewijd te Halle op 21 april 1952. Hij was enkele jaren leraar in het Sint-Aloysiuscollege te Zepperen en vertrok in 1959 als missionaris naar de missie in Congo – Kivu tot 1998. Vervolgens werkte hij op de missieprocuur te Anderlecht tot 2006. Van 2006 tot 2015 was hij werkzaam in Tanzania en Kenia (Nairobi). De laatste jaren was hij op rust te Zepperen en Leuven. Hij ontving het Sacrament van de zieken op 8 december 2017 te Leuven en is overleden op donderdag 14 december te Leuven.
We lezen op zijn bidprentje:
Willibrord heeft ons enkele dagen geleden in alle seneriteit verlaten, maar ook heel duidelijk gezegd dat het einde nabij was. Van krachten uitgeput is hij, na een welbesteed leven, ingeslapen voor onze wereld om te ontwaken tot nieuw leven in Gods grote Liefde. Als men altijd voor God geleefd heeft, kan men ook rustig sterven. Een goed mens, een trouwe medebroeder, een bezielend priester. Allen hebben we hem gekend met zijn grote werkkracht. In 1959 trok hij voor het eerst als missionaris naar Congo, bisdom Beni-Butembo, later in Tanzania en tenslotte te Nairobi (Kenia). Het contact met de Afrikaanse realiteit en de Afrikaanse mens raakte hem tot in de diepste vezels van zijn geest en hart en liet hem nooit meer los. Nergens anders heeft hij de liefde voor het leven, het ritme van het feest, het uitschreeuwen van de rouw en de dood zo voluit kunnen meemaken. Het zinderende continent, waarop Westerse economen hun kop breken, maar waar mensen in kommer, armoede en conflicten toch leven in overvloed. Hij was een man van God, begaan met het wel en wee van mensen: de man die zo aanspreekbaar was voor al wie gekwetst, belast en beladen was. Zijn passie voor de economische ontwikkeling van onze huidige Afrikaanse Provincie in moeilijke omstandigheden was enorm groot. Geen inspanning was voor hem te groot om de nodige fondsen te vinden voor de uitbouw van scholen, agrarische projecten. Hij was een man bezield met vurige ijver. Een harde werker met een groot uithoudingsvermogen. Maar midden de vele activiteiten bleef hij de vrome religieus-priester: trouw in het gebed en bezield met een trouwe liefde voor de Kerk, indachtig het vers uit het Evangelie: “Ik heb u de opdracht gegeven om op tocht te gaan en vrucht voort te brengen.” Vele mensen in Afrika hebben mogen genieten van de vruchten van zijn volgehouden inzet voor de armsten. Dankbaar beamen we alle goeds dat de Heer van alle leven in onze geliefde confrater vervuld en tot een goed einde heeft gebracht. Dat hij nu in alle volheid de Liefde mag ervaren die hij zo graag aan anderen wilde mededelen.
Riemst – Doop Genaux Coenegrachts
Op zondag 17 december van het voorbije jaar werd in de parochiekerk van Riemst-Heukelom GENAUX gedoopt, zoontje van Maarten Coenegrachts en Daisy Vos van de Maastrichtersteenweg.
Kerstfeest bij Samana Vlijtingen
Vrijdag 22 december vond het jaarlijks kerstfeest van Samana Vlijtingen plaats.
83 leden – waaronder hun oudste actief lid Marcel Hamal (95 jaar) – kwamen samen in het PCC van Vlijtingen.
Na het welkomstwoord van de voorzitter konden ze genieten van een heerlijk kerstdiner. 17 vrijwilligers zorgden er voor dat alles vlekkeloos verliep.
Na het eten ging deken Lemmens voor in de kerstviering die ook plaatsvond in het PCC zodat de senioren zich niet moesten verplaatsen met dit gure winterweer.
Nadien brachten de kinderen van de basisschool samen met hun juffen het kerstverhaal afgewisseld met gekende en minder gekende kerstliederen.
De namiddag werd afgesloten met een dessert en daarna keerde iedereen tevreden huiswaarts.