(Anastasia van Zara)

Feestdag: 25 december.

Geboren in de 3de eeuw in het huidige Hongarije. Dochter van de H. Fausta. Na de dood van haar man, die haar wegens haar geloof mishandelde, hielp ze een tijdlang de door Diocletianus vervolgde christenen tot ze zelf werd gearresteerd.

Ze werd met vuur gemarteld en met zwepen geslagen. Daarna werden haar botten gekraakt, maar ze kwam genezen van de pijnbank. Haar borsten werden afgesneden, haar tanden gebroken en haar tong uitgerukt. Tenslotte stierf ze dor onthoofding (ca. 304).

Anastasia wordt afgebeeld als martelares met sluier of met loshangend haar, soms vastgebonden aan en zuil of staande op een brandstapel. Andere attributen zijn een kroon, een martelaarspalm, een zalfpot (waarmee ze de lichamen van de martelaren verzorgde), afgesneden borsten en een schaar – die niet in haar marteling voorkomt, maar waardoor ze wel de patrones van de perscensuur en de wevers is geworden. Anastasia van Sirmium werd aangeroepen tegen borst- en hoofdpijn.