Op Aswoensdag gaan mensen naar de kerk en krijgen ze een kruisje met as op het voorhoofd.
De as voor dat askruisje wordt gemaakt van de palmtakjes van het afgelopen jaar.
Die worden verbrand, en de as wordt gebruikt voor het askruisje.
Dat askruisje herinnert ons eraan dat we alles wat we hebben niet tè belangrijk moeten maken.
Je televisie, je computer, je auto, je computerspelletjes: het is fijn als je ze hebt, maar zó belangrijk zijn die spullen nou ook weer niet.
Wat is ècht belangrijk?

Andere dingen zijn veel belangrijker: delen met anderen, goed voor elkaar zijn, bidden, luisteren naar wat God ons vraagt.

Daarom proberen we in de Veertigdagentijd in minder luxe te leven, we proberen te delen met mensen die arm zijn of honger hebben.
Ook proberen we wat vaker aan God te denken.
Het zijn de 3 woorden die beginnen met een S: solidair, sober en stilte.