We kruipen zo stilaan uit het dal van de donkerste dagen van het jaar, met op het meest duistere moment het lichtpunt van kerstmis. De dagen lengen vanaf nu en we kunnen weer uitkijken naar de lente waarin het nieuwe leven ontstaat. De mensheid heeft steeds pogingen ondernomen om die jaarlijkse cyclus van licht en donker, groei en verval en de wereld waarin hij leefde, beter te begrijpen en zijn plaats daarin te duiden. De tentoonstelling “Blik op Oneindig” die momenteel in PARCUM (de Abdij van Park in Leuven) plaatsvindt, neemt religieus erfgoed als leidraad om na te denken over schepping, vergankelijkheid en hoop. Dit kadert in het Leuvense stadsfestival “Knal” dat hiermee de revolutionaire theorie van de Leuvense Professor Georges Lemaître over de oerknal en het ontstaan van het universum wil herdenken. En er is goed nieuws: de tentoonstelling, die normaal op 16 januari afloopt, wordt met een maand verlengd tot midden februari. Een ideale uitstap voor het gezin.

 

Parcum een bijzonder museum

PARCUM, het museum voor religieuze kunst en cultuur, is niet zomaar een museum. Het is gelegen in het hart van de Abdij van Park in Heverlee (Leuven) en brengt tentoonstellingen op het kruispunt van religie, kunst en cultuur. Ze vinden het belangrijk om de blik van de kijker te verruimen en de vertaling te maken naar wat religieus erfgoed vandaag de dag kan betekenen. Ze willen de bezoeker laten zien dat je dit erfgoed niet altijd vanuit die ene traditionele invalshoek – religie – hoeft te benaderen. Voor de tentoonstellingen halen ze vaak objecten uit kerken en kloosters naar de museumzalen, die anders verborgen zouden blijven.
Tentoonstelling “Blik op Oneindig”

Waar komen we vandaan? Wat doen we hier en waar gaan we naartoe? Het raadsel van de oorsprong, de vraag naar de zin van het leven en het mysterie van de eindbestemming zijn zo oud als de mens. ‘Blik op oneindig’ onderzoekt hoe verschillende religies deze levensvragen. De objecten in de tentoonstelling illustreren het voortdurend verlangen van de mens om de wereld en de kosmos vorm te geven en te begrijpen. Voor ‘Blik op oneindig’ werden enkele, soms verborgen, topstukken uit kerken en kloosters naar Leuven gehaald. Ze werden verspreid over 8 thematische zalen: Het Niets, De schepping, De schepping van de mens, Van zondeval naar zondvloed, Driedelig wereldbeeld, (On)eindig, Leven na de dood en Het Hemels Paradijs. Ze zijn ook best wel bizar of opvallend: een 16de-eeuwse schoentrekker met scènes uit het scheppingsverhaal, een Petrussleutel uit de 15de eeuw of een Afdruk van de sandalen van de profeet Mohammed uit de 17de eeuw.

Kan de mens grip krijgen op het bestaan? Blijft het geen utopisch verlangen? En wat betekent dat dan voor de menselijke zingeving? Vanuit deze vragen gaat auteur Marjolijn van Heemstra in dialoog met de objecten en thema’s uit de tentoonstelling. Haar reflecties zijn te horen in zes luistermeubels verspreid over de tentoonstelling. Zij schreef daarenboven naar aanleiding van de tentoonstelling een kortverhaal waarin de glimwormen centraal staan, als symbool voor deze tijd waarin we veel verliezen en toch plots iets vinden wat we niet verwachten.

 

Een Hemelgat in de Basiliek

Iets vinden wat je niet verwacht, kunnen we meteen toepassen op onze Basiliek. De tentoonstelling eindigt met een foto van het “hemelgat” in de kerk van Aarschot. Zo een rond luik in het gewelf vind je voornamelijk terug in middeleeuwse kerken. Soms is dat vooraan in de kerk, op de hoogte van de viering of het transept, soms is dat achteraan, in de laatste deel van het kerkschip, voor het orgel. Een hemelgat had een bijzondere functie. Het werd bij bepaalde hoogdagen, zoals Hemelvaart, Pinksteren of Maria Ten Hemelopneming, gebruikt om een spectaculair “theatraal” element toe te voegen aan de eredienst. Bij Hemelvaart werd een Christusbeeld naar boven gehesen, bij Pinksteren werden witte duiven uit het luik gelost of dwarrelden rozenblaadjes naar beneden.

Zo werd onze aandacht gevestigd op het vreemde ronde “gat” achteraan in de Basiliek, waarvan niemand zich nog de functie herinnert. Het werd ooit nog gebruikt om de kerk te ventileren bij grote hitte, maar is nu afgesloten met een luik. Na het zien van het beeld van de kerk van Aarschot en het lezen van heel wat documentatie, zijn we er haast zeker van: dit moet een hemelgat zijn dat lang geleden gebruikt werd om de eredienst op te luisteren. Dit wordt een boeiende materie voor verder onderzoek, want ongetwijfeld moeten in de archieven van de Basiliek sporen terug te vinden zijn over het gebruik ervan. Een origineel onderwerp voor een masterthesis!

Ingezonden Jan Jaspers