Bio in Bourzanga?

Jammer genoeg is er ook een keerzijde aan het succes van de tuintjes. De aarde is vermoeid door het jarenlange bewerken met chemische producten, zoals meststoffen en pesticides. Bovendien zijn deze producten erg slecht voor de gezondheid van de boeren.

Amssetou heeft de vrouwen van Bourzanga overtuigd van de vele voordelen van biologische landbouw: “Het kost veel tijd en energie, maar dat is niet erg. We hebben nog een lange weg te gaan, maar we zijn allemaal heel enthousiast om eraan te beginnen.” Langzaam maar zeker zetten ze de omschakeling naar bio in. De vrouwen telen nu afwisselend andere gewas­sen zodat de grond minder snel uitput. Door lokale planten en natuurlijke mest van hun eigen veestapel te gebruiken, verho­gen ze de vruchtbaarheid van de grond. De oogst blijft even groot, maar de vrouwen maken minder kosten. Daardoor is de winst hoger. De kleinere biologische ajuinen bewaren zelfs een stuk langer dan de grotere, chemisch bemestte variant.

Ieder jaar weer onzeker

Het enthousiasme van de vrouwen wordt getemperd door onzekerheid: vrouwen mogen volgens de traditie zelf geen grond bezitten. Dat bemoeilijkt de overschakeling naar bio­logische landbouw. Ook Amssetou maakt zich zorgen over de toekomst: “Heel het dorp zag ons succes in de tuinen, ook de eigenaars van de gronden. Jaar na jaar geven ze de vrouwen andere grond, op steeds grotere afstand van de waterpompen. De mannen bewerken vervolgens zelf het goede stukje grond dichtbij het meer.” En dat is dik tegen de zin van Amssetou en de andere vrouwen die keihard hebben gewerkt om de grond bij het meer opnieuw vruchtbaar te maken. “De vrouwen willen de garantie dat ze volgend jaar hetzelfde stukje grond kunnen bewerken zodat ze de resultaten van al hun zware inspanningen zien. En de vruchten ervan kunnen plukken.”

Geef haar een stem

Vrouwen zoals Amssetou zorgen voor het huishouden, werken mee op het veld en verkopen de oogst op de markt. Vrouwen zijn de spil van het Burkinese landbouwgezin en spelen een cruciale rol in de strijd voor voldoende eten en inkomsten. Onderzoek wijst ook uit dat de overlevingskansen van kinderen met 20 % toenemen wanneer een vrouw mee beslist over de gezinsuitgaven1.

Toch worden vrouwen het zwaarst getroffen door discrimi­natie en een diepgewortelde ongelijkheid. Ze hebben zelden een eigen inkomen en niet de middelen of kennis om zelf iets op te starten. Grond behoort traditioneel toe aan de man. Het veld en de opbrengst ervan zijn dus automatisch zijn eigen­dom. Als het gaat om de besteding van die inkomsten, heeft de vrouw dan ook heel weinig te zeggen.

Daarom richt ADIF zich op het verbeteren van de dialoog binnen het gezin. Vrouwen zoals Amssetou kunnen zo mee beslissen over zaken die hun leven en dat van hun kinderen beïnvloeden. Ook Amssetou vindt het evident dat ze mee kiest hoe het gezamenlijke inkomen wordt besteed. Ze kiest er resoluut voor om het te spenderen aan gezond voedsel en onderwijs voor haar kinderen. “Mijn hele gezin wordt er beter van”, aldus Amssetou.

 

Vijfde zondag in de veertigdagentijd

Marta – Maria

 

  • Burkina Faso voert hard strijd om te overleven, tegen de weerbarstige natuur. Een strijd tegen de dood, zegt de bijbel. Bij Ezechiël is een volk in ballingschap als een dal vol doodsbeenderen. Maar hij ziet het herleven: Gods geest geeft nieuwe adem.

  • Johannes ziet het Joodse volk kreunen onder de Romeinse bezetting en vertelt over Lazarus: de leidende klasse van een bedreigd volk, dodelijk ziek. De zussen Marta en Maria staan voor de bezorgde messiaanse gemeenschap. Jezus gaat naar Lazarus toe, maar is te laat. Het lijkt hopeloos.

  • Ook wij moeten vaak door een hopeloze situatie. Denk aan de oorlog in Syrië, de terreuraanslagen, de stroom vluchtelingen. Zoveel lijden dat mensen elkaar aandoen. Hoe rijm je dat met de blijde boodschap?

  • Marta verwijt Jezus: “Waar was God op het ogenblik van onnoemelijk lijden?” De geloofsbelijdenis ‘verrijzenis op de laatste dag’ geeft hier geen troost. Het enige houvast is Jezus’ antwoord: “Bij mij, de gekruisigde Messias, is er leven”. Marta’s antwoord hierop is: “Ik vertrouw erop dat Jij de Messias bent”.

  • Marta treedt naar buiten, gaat het gesprek aan. Maria staat voor de in zichzelf gekeerde gemeenschap, die als het ware wakker geschud wordt door de oproep: “De Meester is er en vraagt naar je!”

  • De steen voor het graf doet denken aan Paasmorgen. Jezus roept: “Lazarus, kom naar buiten!” Het ingesnoerde lijk treedt uit het graf, moet nog losgemaakt worden. Geen ‘Halleluja’. Volk en Thora aan banden gelegd!
    Ook onze kerk moet losgewikkeld worden uit wat naar dood riekt, uit al te enge verbanden. Levensecht, nabij, verstrengeld als een netwerk moet zij worden.

  • De vrouwen en mannen in Burkina Faso, die voor een ander leven opkomen, scheuren zich los van knellende tradities en gebruiken en kiezen voor het leven!

 

Kieswijzer

Vasten is bewuste keuzes maken, is richting kiezen. Kiezen doen we niet altijd tussen zwart en wit. Het is vaak het ene doen en het andere niet laten. Het is meestal en/en, in plaats van of/of …

We kijken uit naar het herleven van de natuur, naar frisse adem die alles weer groen maakt. Voor boeren en tuinders is dat zeker het geval.

Op veel plaatsen in de wereld wachten mensen bang af wat de dag van morgen brengt. Naast het dorre land is er dreigend geweld, corruptie, uitbuiting, vernedering.

Oog in oog met wat de bijbel ‘dood’ noemt willen we geloven in de levenskansen. We zien het in mensen die opstaan uit de ontmoediging, hun lot in handen nemen en keuzes maken.

De keuze waarvoor de Bijbel ons vandaag plaatst, is: Marta en Maria.

Twee gezichten van één gemeenschap: de strijdende, naar buiten gerichte gemeenschap en de ingetogen, naar binnen gekeerde gemeenschap. ‘Werk en bid’ zeggen de monniken, ‘strijd en inkeer’ klinkt het in de bevrijdingstheologie. Twee pijlers van ons christelijk engagement.

We hoeven geen keuze te maken voor het één of voor het ander. Als christen hebben we beide te verdiepen, te versterken: stilte en solidariteit. Het één kan niet zonder het ander.

Mariam was een van de armsten in haar dorp. Samen met andere arme vrouwen kreeg ze de kans deel te nemen aan het TrickleUp-programma van AMR (Association Monde Rural), een partnerorganisatie van Broederlijk Delen. Dit programma voorziet een vorming tot ondernemerschap en een voorbereiding op de activiteit naar keuze van elke deelneemster, met een startsom. De kersverse onderneemsters worden gedurende drie jaar begeleid.

Mariam, zelf uit een pottenbakkersfamilie, koos voor de pottenbakkerij. Ondertussen werkt ze al met drie ovens.

Andere vrouwen van het grote familie-erf zitten mee in de zaak. Dagelijks worden aarden potten, schalen en kralen van het atelier naar de verkoopstal aan de grote weg vervoerd. Een vrouw heeft zich opgericht, een hele familie is uit de armoede opgestaan.

Hilde Baccarne (inleefreis Broederlijk Delen, zomer 2016)