Zoveel mensen verlangen ernaar terug te keren tot de ongerepte natuur, zoals het was in het eerste begin. Zij willen breken met het kunstmatige van onze comfort- en consumptiemaatschappij. Maar kunnen zij zichzelf daarvoor ook inzetten? Willen zij er desnoods hun gezicht voor verliezen? Hebben zij de moed het kunstmatige van hun al te gemakzuchtig gedrag te veranderen? Zij zouden in zekere zin moeten leven vanuit een nieuwe geest. Een geest die vrij staat tegenover deze onmenselijke wereld en tegenover de dubbelhartige mythe van een onbezoedelde natuurlijkheid.

Elk jaar opnieuw worden wij uitgenodigd

om ons als christenen op het Paasfeest voor te bereiden.

De vasten of veertigdagentijd moet voor ons méér zijn

dan een stille periode van zes weken

na het lawaai van carnaval.

Goede Vrijdag en Paaszondag betekenden voor de Heer Jezus

sterven en verrijzen, dood en leven.

Christen- zijn, dit wil zeggen Christus navolgen, wordt dan:

meer gaan leven als gedoopte,

kiezen voor een beter leven

en niet voor de dood van egoïsme en kwaad.

Vanaf deze eerste zondag worden wij herinnerd

aan de band met God door ons doopsel.

Zoals Christus moeten ook wij op weg gaan,

door de eentonigheid van de woestijn

en de beproevingen van elke dag.

Almachtige God, leer ons in deze veertigdagentijd met meer toeleg en vroomheid als christenen te leven, beter te begrijpen wat de Heer voor allen heeft doorstaan. Dat wij niet leven van brood alleen, maar van het woord dat Gij ook spreekt in deze tijd.