Op 12 september viert de Kerk het feest van de Heilige Naam van Maria. Deze feestdag werd in 1684 ingesteld door paus Innocentius XI, ter herinnering aan het Beleg van Wenen, waarbij op 12 september van het jaar daarvoor de Ottomaanse grootvizier Kara Mustafa werd verslagen door een katholieke coalitie onder leiding van de Poolse koning Jan Sobieski.
De naam Maria is de gelatiniseerde vorm van het Hebreeuws Mirjam, de naam van de zus van Mozes en Aäron (Numeri 26,59). Er bestaan ruim zestig verklaringen voor de naam van Maria. Dat wijst erop dat de oorspronkelijke betekenis niet meer te achterhalen is. De meest gebruikelijke verklaring is ‘bitterheid’. Een van de oorzaken van de onzekerheid over de naamsverklaring is de oorspronkelijk schrijfwijze van het woord, namelijk zonder de klinkers. In de middeleeuwen werd deze vorm vaak geassocieerd met Latijnse mare (= ‘zee’), vandaar Maria’s titel Stella Maris (‘sterre der zee’) en dergelijke bijnamen.