Martinus van Tours (ook wel Sint-Maarten genoemd) was bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië. Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de middeleeuwen. Zijn feestdag valt op 11 november.

LEVENSLOOP
Martinus werd rond 316 geboren in Savaria (Hongarije) als zoon van Romeinse ouders. Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië.
Volgens de legende ontmoette hij bij een stadspoort van Amiens een verkleumde bedelaar, aan wie hij de helft van zijn mantel gaf. Omdat de helft van de mantel eigendom was van Rome kon hij slechts zijn eigen helft weggeven. ‘s Nachts droomde hij dat hij Jezus zag, die die halve mantel droeg, waarbij herinnerd werd aan de woorden in Mattheüs 25:36: “Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed” en 25:40: “als ge dat voor een van mijn geringste broeders hebt gedaan, hebt ge het voor Mij gedaan.” Na deze gebeurtenis bekeerde hij zich.

Een andere legende vertelt dat hij zich al op 10-jarige leeftijd liet dopen, tegen de zin van zijn ouders.
Op 19-jarige leeftijd werd hij duiveluitdrijver. Ook leefde hij enige tijd als kluizenaar op het eiland Gallinara bij Genua, en verder stichtte hij in 361 een klooster te Ligugé, acht kilometer ten zuiden van de stad Poitiers, het eerste klooster op Franse bodem.
In 371 werd hij door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Volgens een overlevering vond hij zich niet waardig genoeg voor dat ambt en verstopte hij zich in een ganzenhok. Toen zijn aanhangers hem gingen zoeken, gingen de ganzen te keer waardoor zijn schuilplaats ontdekt werd. Zo kwam het dat hij alsnog tot bisschop gewijd kon worden.
Als bisschop zette hij zich in voor de verdere verspreiding van het christendom. Hij stichtte kerken en rond 375 de bekende Abdij van Marmoutier. Om de zaak van een van zijn gelovigen te bepleiten die ten onrechte terechtgesteld dreigde te worden, reisde hij naar keizer Maximus in Trier. Deze interventie had echter geen succes.
In 397 stierf Maarten aan koortsen. Hij was toen ongeveer tachtig jaar oud. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek van Tours. Al gauw na zijn dood kwam de verering op gang en in de 7e eeuw werd er een nieuwe basiliek aan hem gewijd. In zijn nog bestaande graf liggen slechts een stuk schedeldak en een armbot, de overige botten werden verkocht ter verering als relikwie. Een armbot kwam in de Dom van Utrecht terecht.

AFBEELDINGEN
Martinus wordt op twee manieren afgebeeld. Ten eerste als Romein in harnas. Bij deze afbeeldingen geeft hij vrijwel altijd de helft van zijn mantel aan de bedelaar. Ook wordt hij voorgesteld als bisschop met een bedelaar aan zijn voeten. Ganzen of zwanen komen ook vaak voor. Zij verwijzen naar het pluimveehok waarin hij zich had verscholen.