Enkele beschouwingen bij de werelddag tegen armoede (17 oktober):

 

Wat vind jij het grootste maatschappelijk probleem vandaag, de oorzaak van de meest prangende conflicten: de vluchtelingenstromen, de klimaatproblemen, de onrust, de onvrede, de economische crisis, dure energie en dito grondstoffen en de hoge zelfmoordcijfers?

‘k Weet wel, problemen zijn complex, oorzaken veelvuldig en wisselend in tijd en ruimte.

Mensen zijn soms roofdieren, zoekend naar macht en aanzien. Maar toch … waar zouden we zeker werk van moeten maken? Goed wetend dat er geen mirakeloplossingen zullen zijn en zeker geen eenvoudige oplossingen.

 

Toenemende ongelijkheid

Me dunkt dat de toenemende ongelijkheid veel kwaad doet, een toenemende ongelijkheid die alsmaar schrijnender wordt. Er worden vandaag kinderen geboren, één dag oud, met een vermogen, waar anderen hun hele beroepsloopbaan voor zullen werken. En dan hebben we het nog niet over de wereldwijde ongelijkheid.

 

Het rijke westen, wij dus, creëert door onze rijkdom een vluchtelingenstroom, onze hang naar overvloed creëert klimaatverstoring, onze eis om perfectie en efficiëntie creëert psychische druk. We steunen, bewust of onbewust, wetgeving die de ongelijkheid doet toenemen. Natuurlijk is er wetgeving die de sociaal zwaksten wil beschermen … maar de ongelijkheid neemt desondanks toch toe! Waarom profiteert iemand die veel heeft méér van indexaanpassingen dan iemand die weinig heeft?

Je kan natuurlijk niet één iemand met de vinger wijzen. Maar daardoor bewerk je onverschilligheid … “Kan ik daar wat aan doen?”, zegt iedereen. Dus doet er niemand wat.

En zo neemt de ongelijkheid toe en het verantwoordelijkheidsgevoel af. De richting die de vermoedelijke oplossing uitgaat zal niet populair zijn. Als de ongelijkheid moet verkleinen dan zal de ‘onderkant’ hogerop moeten en de ‘bovenkant’ naar beneden. Maar wie wil dat nu?

 

Broederlijkheid

Basilius de Grote, bisschop van Caesarea, schreef al in 365 na Christus:

“Als iemand kleren steelt van een ander noemen we hem een dief. Zouden we hem die de naakten kan kleden maar het niet doet niet dezelfde naam geven?
Het brood in uw kast behoort aan de hongerige man. De jas die ongedragen in uw kast hangt behoort aan de man die er geen heeft. De schoenen die staan te rotten in uw schoenenrek behoren aan hem die ze nodig heeft. Het geld dat u ophoopt behoort aan de armen.”

 

Broederlijkheid ontdekken (het jaarthema van ons bisdom) betekent ook: van ons ‘teveel’ afstaan omdat de ander onze broeder is. Het betekent ook: extreme armoede een onrecht noemen en weten dat we het in stand houden. Het betekent ook: beseffen dat ‘genoeg’, méér dan genoeg is. Broederlijkheid ontdekken betekent ook tot het besef komen dat het niet alleen de ‘ander’ is die meer dan genoeg heeft en dus moet delen. Die ander is ook ‘mijn’ broeder, ‘mijn’ zuster.

We zijn in crisis. Zo heet dat. Als we eerlijk zijn moeten we toch zeggen dat we vooral bezig zijn om onze rijkdom te beschermen. We mogen niet inboeten aan welvaart. “Natuurlijk niet”, zou je kunnen zeggen. Dat betekent dan wel dat de toename van de ongelijkheid, hier en wereldwijd, getolereerd wordt als collateral damage, als jammerlijk niet te vermijden bijverschijnsel.

Hoe kan mijn broeder een bijverschijnsel zijn?

 

Ingezonden door Diaken Kris Buckinx