Iedere goedwillende dienstverlener, zelfs de beste christen ziet het ooit wel eens even helemaal niet zitten. Zo iemand is als de sporter zonder coach. Het coachen van een sportclub, een voetbalclub bijvoorbeeld, is geen eenvoudige zaak. De spelers moeten gemotiveerd worden, bemoedigd, uitgedaagd tot grotere prestaties, de contacten met heel veel mensen moeten worden onderhouden, hij moet corrigeren, af en toe voordoen hoe het moet enzovoorts. Terwijl een club floreert kan het gebeuren dat zo’n goeie coach zich tijdelijk afmeldt. Hij is voor een tijdje weg naar een wat onduidelijke bestemming. Laat het waar zijn dat er even een adempauze is; er is ook meteen een probleem. Meteen ontbrandt er een strijd over wie het tussentijds voor het zeggen heeft, een zekere ontreddering valt over de club ook al valt er niet aan te ontkomen dat ze het even zelf moeten doen. De coach komt wel terug, maar wanneer en hoe? Ziehier de situatie waarin de eerste leerlingen verkeerden enige tijd na Pasen. Op het ene moment is Jezus nog verrassend in hun midden en op het andere moment lijkt Hij in rook te zijn opgegaan. Zo wordt het ook beschreven in de Handelingen van de apostelen.

Uit niets blijkt dat de apostelen dit aanleiding vonden om er een feest van te maken. Integendeel. Ze blijven zitten met een hele hoop vragen, met de kernvraag: Hoe moet het nu verder? De neiging om voorlopig alles plat te leggen, in afwachting van de terugkomst, is groot. Maar dan wordt hen duidelijk gemaakt dat dit niet de bedoeling is. Ze zullen verder moeten gaan in dezelfde geest en op dezelfde manier als hun is voorgezegd en voorgedaan. Tien dagen later zal diezelfde Geest zich inderdaad van hen meester maken, met Pinksteren. Daar mag en moet terecht alle hoop op gevestigd zijn.

Nu, vandaag, zijn we eeuwen verder en het lijkt er soms op dat die Hemelvaartsomstandigheden van indertijd nog net zo actueel zijn als toen: Er verdringen zich aan de bovenkant allerlei mensen die zeggen dat zij het nu voor het zeggen hebben, maar ze hebben niets zinnigs te zeggen. Er is dringend behoefte aan een inspirerende gedachte, een inspirerend woord. Wie is in staat de bemoediging van Jezus zelf over te nemen en door te geven, nog eens een keertje voor te doen hoe het moet?

Wij weten intussen dat inderdaad die inspirerende geest zich plotseling van die eerste leerlingen heeft meester gemaakt. Die kwam niet van degene die intussen had geprobeerd de baas te spelen. Die overkwam hen zoals aangekondigd. Nu wij nog.

Hemelvaartsomstandigheden geven eigenlijk weinig reden tot een feest. Wel de toezegging dat die situatie van tijdelijke aard is. Bovendien is het een vrije dag. De mogelijkheid ligt er dus om vandaag een mentale openheid en bereidheid in te zetten.

Zo van: Laat Pinksteren over mij maar komen, ik ben er klaar voor. Dan kan het weer gebeuren dat die gaven ons toevallen: wijsheid, goede raad, sterkte, moed en al die andere gaven van de Geest. Wie intens naar dit soort dingen verlangt en er om durft te bidden, krijgt vandaag of morgen, met Pinksteren of later, wat hij vraagt. Een introductiedag, zo’n Hemelvaartsdag.