Feestdag: 22 december.

Op het moment dat Hunger tot bisschop van Utrecht werd gekozen, was hij priester te Utrecht. Dat is eigenlijk alles wat men van hem weet. Naar het schijnt was hij een bescheiden teruggetrokken man, die bovendien leed aan een of andere handicap. Zijn bisschopsbenoeming rond 854 was dan ook een volslagen verrassing. De proost van het kapittel was de beoogde kandidaat, maar deze weigerde botweg. Daarop zou Odulfus († 855; feest 12 juni) het op Hungers keuze hebben aangestuurd. Odulfus was een oud, wijs en ervaren priester, die raadsman was geweest van meerdere bisschoppen. Klaarblijkelijk heeft men zijn advies gevolgd.

Utrecht maakte op dat moment deel uit van het Frankische Middenrijk, dat zich als een lange strook uitstrekte van de Noordzee tot Rome aan toe. Het werd geregeerd door Lotharius II († 869), die zijn naam gegeven heeft aan de landstreek Lotharingen dat tot het Middenrijk behoorde. Het gebied was onverdedigbaar voor de invallen van de Noormannen. Dezen plunderden Dorestad, de Betuwe en ook de bisschopsstad Utrecht. Kerken in puin, mensen gedood, verkracht of weggevoerd: alles in één klap vernietigd. Hunger had het vege lijf weten te redden, en zocht zijn toevlucht bij de koning. Deze schonk hem het toenmalige Berg (= het huidige St-Odiliënberg). Daar leefde de herinnering voort aan de eerdere geloofsverkondigers Wiro († 710; feest 8 mei), Otger en Plechelmus.

Het huidige romaanse kerkje is van later datum, maar staat nog altijd op diezelfde plek.

Aan de goede betrekkingen met de vorst kwam een eind, toen deze de bisschoppenvergadering, te Aken bijeen, vroeg zijn huwelijk met zijn wettige echtgenote Teutberga te ontbinden ten gunste van zijn maîtresse Waldrada. Hij had er al een paar kinderen bij, terwijl Teutberga kinderloos was gebleven. Tot drie keer toe kwamen de bisschoppen van Lotharingen en van West-Frankenland bijeen, en uiteindelijk stemden zij toe in Lotharius’ verzoek. Waarschijnlijk wilden zij de lieve vrede bewaren, of waren zij te afhankelijk van de vorst geworden door de vele schenkingen die hij had gedaan. Hoe dan ook, Hunger was de enige die zijn stem verhief. Hij viel in ongenade. Maar paus Nicolaas († 867) ging niet overstag, complimenteerde Hunger voor zijn standvastige houding, zette de bisschoppen van Trier en Keulen af, en dreigde Lotharius te excommuniceren als hij niet onmiddellijk terugkeerde naar zijn eigen vrouw.

Wat is verder gebeurd? Zeker is dat Hunger later goede betrekkingen aanknoopte met een aanvoerder van de Vikingen, Rorik. Toen bisschop Hincmar († 882; feest 21 december) van deze man een gunst nodig had, maakte hij gebruik van Hungers bemiddeling. Dat is het laatste wat men van hem weet.

Er is een traditie die meent te weten dat Hunger zijn laatste levensdagen sleet als benedictijn in de abdij van Prüm in de Eifel. Het kan zijn. Maar in de 18e eeuw meende men zijn stoffelijk overschot gevonden te hebben bij de Utrechtse plaats Breukelen.

Hij wordt afgebeeld met een van stralen schitterende trouwring.