In 1993 hebben de Verenigde Naties 15 mei uitgeroepen als de ‘Internationale Dag van het Gezin’ of ‘Wereldfamiliedag’. Op deze dag staan we stil bij het feit hoe belangrijk een hechte familie is voor de samenleving.

 

 

Gezin gezien?

Het gezin kan je vrij algemeen omschrijven als enkele mensen – man, vrouw en kind(eren) – die als groep samenleven op een al of niet vaste plaats. Of ook nog: ‘Elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor elkaar en voor de verzorging en de opvoeding van één of meerdere kinderen’. Tot in de oudste culturen kom je dit patroon tegen en lijkt het, tot op de dag van vandaag, de meest voorkomende samenlevingsvorm. Toch zien we ook in die oudste culturen al andere vormen van familiaal samenleven. En al is de klassieke gezinsvorm – man, vrouw en kinderen – ook in onze tijd wellicht nog steeds de dominante vorm, verschillende vormen van familiaal samenleven hebben hun bestaansrecht gekregen. Ook zij horen thuis onder de benaming gezin.

 

 

Veranderingen

Het gezin heeft in de loop der tijden grote veranderingen ondergaan zowel qua samenstelling als qua betekenis voor de samenleving. De oudsten onder ons herinneren zich nog de gezinnen waar drie generaties samenleefden. In vele moderne culturen is dat nog altijd zo want de zorg voor de ouders is heilig. Bij ons in het Westen is die zorg ook heilig maar we hebben er een andere invulling aan gegeven in de vorm van verzorgingstehuizen. De zorg voor elkaar blijft een basisgegeven.

 

 

Kinderzegen

Er was een tijd dat er grote gezinnen waren enerzijds om de grote kindersterfte te compenseren en anderzijds om als werkkracht te kunnen inzetten vooral in agrarische gebieden. De rijke ‘kinderzegen’ werd ook wel eens ingezet als ‘wapen’ om te overheersen. Het Bijbelse verhaal van de Israëlieten in Egypte is daar een voorbeeld van. De Hebreeërs zoals ze genoemd werden, kregen zoveel kinderen dat de Farao ongerust werd dat ‘die slaven’ talrijker zouden worden dan de eigen bevolking. Hij beval dus dat alle jongetjes moesten in de Nijl gegooid worden. En hier begint het verhaal van Mozes die in een mandje tussen het riet van de Nijl werd gezet en gered door de dochter van de Farao. (Lees hoofdstuk 1 van het boek Exodus.)

En laten we eerlijk zijn, onze kerkelijke huwelijksmoraal van de vorige eeuwen heeft ook sterk de familiale kinderrijkdom gepreekt als een zegen terwijl het aantal gedoopten daardoor gevoelig steeg.

 

 

Nestwarmte

Toen en nu, het belangrijkste is dat er een plaats is waar nestwarmte is, waar men zich thuis voelt en waar de liefde wordt geleerd. Het gezin als oefenschool voor de naastenliefde. Dat zijn basisregels uit het evangelie maar je hoeft niet eens gelovig te zijn om dat te kunnen onderschrijven. Staatssystemen die de rol van het gezin hebben proberen over te nemen (denk aan communistische regimes in de Sovjet-Unie of in China) zijn op een grandioze mislukking uitgelopen. De innigheid en de kleinschaligheid van een gezin

zijn niet te vervangen. Liefde heeft altijd het laatste woord maar liefde, was, is en blijft ook een ‘werk’woord, een voortdurende opgave, een dynamiek die zichzelf voortdurend opnieuw uitvindt.

En ja, gelovigen kijken graag naar dat gezin van Nazareth, een uitzonderlijk gezin weliswaar maar ook een gezin met zijn eigen moeilijkheden. Zij komen evenwel meer in de aandacht op de zondag tussen Kerstmis en Nieuwjaar als de Liturgie de heilige Familie gedenkt. Maar niets belet ons om het hele jaar door naar dat gezin te kijken en hun bijstand te vragen.

Rik Palmans