(Jacobus de Meerdere)

Feestdag: 25 juli

Zoon van Zebedeüs en Maria Salomé. Oudere broer van apostel Johannes. Samen met hem en Petrus vormde Jacobus het bevoorrechte drietal dat onder meer aanwezig was op de berg Tabor. Jacobus was visser en leefde aan het meer van Gennesaret. Na Jezus’ dood zou hij in de buurt van het huidige Santiago de Compostela gepredikt hebben. Na zijn terugkeer naar het Heilig Land stierf hij als eerste apostel de marteldood door onthoofding in 44.

Zijn stoffelijk overschot zou in Spanje begraven zijn en Compostela groeide uit tot een van de belangrijkste bedevaartsoorden in de christelijke wereld. De door pelgrims vaak gedragen sint-jakobsschelp is naar hem genoemd. Jacobus wordt meestal afgebeeld als bedevaartganger met schelp, pelgrimsstaf (die hij van Christus zou hebben ontvangen), kalebas, hoed, schoudermanteltje en reistas. Soms is de schelp aan de staf vastgebonden of bevindt ze zich op de hoed of op een ander kledingstuk. Hij wordt eveneens voorgesteld als apostel, op blote voeten en met een schriftrol, een mes, een zwaard – waarmee hij werd onthoofd – of een winkelhaak. De afbeelding met sleutels verwijst naar de herovering van de stad Coimbra door de H. Ferdinandus, die om die reden ook een sleutel als attribuut heeft.

Een compleet andere voorstelling is die als kruisridder te paard met schild en zwaard, maar meestal toch in pelgrimskledij, terwijl overwonnen Saracenen onder de hoeven van zijn wit rijdier liggen. Dikwijls gebruikt men hier de benaming Matamoros, ‘Morendoder’.

Jacobus Maior is de patroonheilige van pelgrims, ridders, drogisten, molenaars, hoedenmakers, schippers, weeskinderen, bejaardentehuizen en voorts van tientallen andere beroepen. Zijn bijstand werd afgesmeekt tegen reuma en voor mooi weer of een goede oogst.