Op de fiets naar Lourdes – Deel 2

 

Doorheen de Champagne naar de Loire… van Reims tot Orléans

Dinsdag 05 juli is de dag van mijn priesterwijding. Geen H. Mis vandaag, wel een intens dankgebed in de kerk van Signy l’Abbaye in de vroege morgen. Na 65 km doemt het mooie silhouet op van de “Cathédrale Notre-Dame” van REIMS. Deze stad heeft ook een Sint-Jacobskerk – op de Compostela-route – en vooral de Saint-Remi-basiliek. Hier doopte Remigius, de bisschop van Reims, de Frankische veldheer Clovis in 496.
De tocht gaat verder over de heuvels en dalen van de Champagnestreek en de Marnevallei. Onderweg houd ik halt bij enkele militaire kerkhoven van “la Grande Guerre” (1914 – 1918) en bid voor de vrede in onze wereld. In Château-Thierry vind ik een eenvoudig hotel.

De twee volgende dagen is de route één grote omtrekbeweging rondom “La région Île de France”, waar Parijs het hart van is. Het is een streek waar veel akkerbouw is, maar ook velden met zonnebloemen opduiken … en veel “éoliennes” (windmolens). In Monterau-Fault-Yonne is de samenvloeiing van Yonne en Seine. 25 km verder bereik ik de stad Nemours, op woensdagavond mijn slaapplek, en de dag nadien – 90 km verder – wordt het Orléans.
Hier is Jeanne d’Arc prominent aanwezig… Als 17-jarig meisje veroverde ze met het Franse leger de stad in 1429, sloeg de Engelsen terug en bracht de Franse kroonprins naar Reims om hem daar in de kathedraal tot koning Charles VII te laten zalven.

In ORLÉANS is er een prachtige kathedraal: “la Sainte-Croix”. Er is net een afsluitende viering bezig voor jongeren na een fietskamp: ze dragen kleurrijke T-shirts, zijn heel eerbiedig en zingen voluit mee. Hartverwarmend!

 

Bij de zusters in Ruillé-sur-Loir en verder naar Tours en Poitiers.

Vanuit Orléans, op vrijdag 08 juli, volg ik een heel tijdje de vallei van de Loire.
In Vendôme, waar ik de vallei van de Loir binnenfiets, zijrivier van de grote Loire, breng ik een bezoek aan de prachtige abdijkerk “Abbatiale de la Trinité”.

Het wordt warm in Midden-Frankrijk. Omstreeks 17.25 uur bereik ik het grote klooster van RUILLÉ-SUR-LOIR. Vriendelijk verwelkomd, mag ik, samen met priester Alain uit Rennes (Bretagne) die de retraite van de zusters begeleidt, de H. Mis celebreren voor de zustergemeenschap.

Algemeen overste, zuster Josette Bijloos uit Hoeselt (!), laat me na het avondmaal, het klooster bezichtigen en vertelt over haar “Congrégation des Soeurs de la Providence” die hier is gesticht en nu ook, buiten Europa, in Madagascar, Shri Lanka en Canada is.

Zaterdagmorgen 09 juli laat ik Ruillé-sur-Loir achter met niets dan goede herinneringen.

 

De stad TOURS is verplichte halte voor de Compostela-pelgrim.

Sint Maarten, bisschop van Tours (+397) en evangelisator van het platteland, heeft ook het eerste klooster gesticht van West-Europa, namelijk in Ligugé, waar ik morgen hoop te passeren.
Vanuit Tours volg ik de pelgrimsweg – min of meer – richting Poitiers. Châtellerault is voorzien op mijn reisschema, maar het vlot zo goed – de wind is gunstig en er zijn geen grote hellingen – dat ik POITIERS nog kan halen.

Een klein euvel aan de fiets, na een blitz-bezoek aan de gedenkplaats “La Bataille de Poitiers” (732), is gauw hersteld. Na enig zoeken vind ik een Ibis-hotel aan de noordkant van Poitiers.

Ligugé bij Poitiers: Sint Maarten deelt zijn mantel, zondagmorgen 10 juli.

 

Van Poitiers tot Bergerac aan de Dordogne.

Zondag 10 juli, in alle vroegte verlaat ik het hotel en vind in Poitiers de prachtige kerk “Sainte Hilaire le Grand” al open omstreeks 08 uur. Een kaars, een intens gebed. De H. Mis is hier pas om 11 uur en in de kathedraal van Sint-Pieter om 10 uur. Maar zie, er is nóg een prachtige kerk, waar een viering is om 09 uur: “La Collégiale Notre-Dame la Grande”. Ik vier mee als gewone christen.
Op deze zondagmorgen is het autoverkeer minder druk. 10 km zuidwaarts bezoek ik de kloosterkerk in Ligugé, gesticht door Sint Martinus in de vierde eeuw.

Via Vivonne en Sommières-du-Clain, waar ik een fijn restaurant vind, bereik ik Ruffec aan de Charente, rivier die ik ook in Angoulême zal terugzien. In Ruffec is er een omleiding die me wel wat tijd kost en ook wat tegenwind aan het einde van de dag. Ook raken mijn drinkbussen leeg… Gelukkig zie ik, ergens in een dorp (Rouillac), een man die zijn huis verlaat; ik stop en vraag hem om water en zie: hij roept zijn vrouw en deze giet een grote fles gekoeld water in mijn drinkbussen! Dank u wel!

Het laatste stuk is redelijk moeizaam, maar ik bereik Angoulême en hotel “Greet’ nog op een schappelijk uur (18u55). Nog twee dagen tot Lourdes…

 

Einde deel twee. Er zal nog een derde deel volgen…