(Lenneke Mare, Maria Miserabilis, Maria van Woluwe)
Feestdag: 18 juni
Omstreeks 1270 geboren in Sint-Lambrechts-Woluwe bij Brussel, rond 1290 overleden. Zij woonde in een kluis bij het Onze-Lieve-Vrouwkerkje aan de rand van de stad. Omdat ze een huwelijksaanzoek afwees, nam de jongeman wraak, verborg een zilveren beker in haar bedelzak en beschuldigde haar van diefstal. Maria werd veroordeeld, met een scherpe paal doorboord en levend begraven. De jongeman werd krankzinnig van wroeging en vond pas zeven jaar later genezing bij het graf van zijn slachtoffer. Maria Dolorosa wordt voorgesteld in burgerlijke kledij, dikwijls met een mantel, een sluier of een andere hoofdbedekking. In de hand houdt ze de beruchte beker; aan haar voeten liggen soms drie kronen (vrijwillige armoede, kuisheid en martelaarschap) of groeit er een lelie tak met een kronkelende slang: de bloem verwijst naar haar en de slang naar de jongeman die haar ondergang veroorzaakte. Dikwijls houdt ze een grote, spits toelopende paal in de hand (haar marteling) of een boek. Maria Dolorosa werd aangeroepen tegen onterechte veroordelingen. Tot nu toe werd enkel zalig verklaard.