Het is een vast gegeven dat we elk jaar een periode van veertig dagen aangeboden krijgen om ons met hart en ziel voor te bereiden op het grootste feest van de christenen, Pasen, de Verrijzenis van Jezus. Wat in die voorbereidingsperiode van ons verwacht wordt staat mooi omschreven in de eerste prefatie van de veertigdagentijd: “Dit is een tijd van meer toeleg op het bidden en grotere aandacht voor de liefde tot de naaste, van grotere trouw aan de sacramenten waarin wij zijn herboren”. Eigenlijk komt het erop neer dat we uitgenodigd worden om onze relatie met God en met de medemens te versterken.

God laten spreken

Er was een tijd, nog niet zó lang geleden, dat je in elke parochiekerk elke dag naar de mis kon gaan. Daarvan maakten sommige mensen graag gebruik om hun geestelijk leven te verdiepen. Dat is nu haast niet meer mogelijk. Meestal zijn we nu aangewezen op de weekendviering. Dit is dan ook een sterke uitnodiging om daar intens werk van te maken. Om er nog meer van te genieten kan je de zondagslezingen op voorhand doornemen op de derde laatste bladzijde van het parochieblad. Daarbij staat ook elke week een commentaar. Ook op de eerste bladzijde vind je een overweging door één van onze pastores. Voor wie niet naar een kerk kan gaan is er nog altijd de TV-viering. In dat parochieblad vind je nog wel meer mogelijkheden om je relatie met God te verrijken. Ja, we moeten er zelf meer werk van maken en op zoek gaan om God tot ons te laten spreken. Vertrouw er op dat elk gebed, hoe eenvoudig ook, goed is om God aan het woord te laten.

Broederlijkheid ontdekken

Ons bisdom houdt al een hele tijd dit thema aan. Het vloeide voort uit die indrukwekkende encycliek van paus Franciscus Fratelli tutti die wereldwijd grote weerklank kreeg. Wie ze in zijn/haar bezit heeft kan de tijd nemen om ze nog eens te herlezen. Ze zet ons alleszins aan om in elke mens wie hij/zij ook is een broeder of zuster te zien en de ander in alle openheid tegemoet te treden. We zijn allemaal schepselen van God en kinderen van dezelfde Vader. Hij wil niets anders dan dat we met elkaar in vrede leven en elkaar met respect en liefde behandelen.

Meerderen van ons hebben door allerlei omstandigheden minder geluk in het leven en zijn op de hulp van anderen aangewezen. Dat is op de eerste plaats een zorg voor de overheid dichtbij en wereldwijd. Maar dat lukt niet overal even goed en daarom acht de Kerk het tot haar taak om zoveel mogelijk hulp te bieden. Daartoe riep de Vlaamse Kerk meer dan zestig jaar geleden de vastenactie Broederlijk Delen in het leven.

Tot iedereen mee is

Met bovenstaande vier woordjes drukt Broederlijk Delen haar algemene doelstelling uit: we zullen actie blijven voeren tot iedereen op een rechtvaardige manier mag delen in de grote wereldtaart. Daar zijn we nog heel ver vanaf maar we moeten blijven hameren opdat het mag doordringen tot bij iedereen die er wat kan aan doen. En dat begint bij mezelf maar is zeker ook de verantwoordelijkheid van al wie verantwoordelijkheid draagt in de maatschappij.

De specifieke slogan voor dit jaar ’Samen voor rechtvaardigheid werkt aanstekelijk’ wil dat nog eens extra benadrukken. Immers, zo lang er geen rechtvaardigheid is in de wereld zal het in die wereld onrustig zijn. Kan je het dan mensen kwalijk nemen dat ze hun geluk gaan beproeven in landen waarvan ze denken dat het daar de hemel op aarde is? Mensen in arme landen hebben ook internet en kunnen perfect zien in welke overvloed wij hier leven.

Focus op Congo

Dit jaar wil Broederlijk Delen heel erg inzetten op Congo. Dat land is ons niet vreemd want jarenlang was het een kolonie van ons. Broederlijk Delen wil ons dat land opnieuw beter leren kennen. We ondersteunen vele kleine en grotere projecten van zelfredzaamheid. Want het blijft nog altijd waar: je moet de armen niet zo maar vis geven je moet ze leren vissen en misschien beginnen met vis te leren kweken. Het is de kracht van Broederlijk Delen dat ze niet zo maar geld geeft maar vooral investeert om zichzelf te leren behelpen. Dat is efficiënt aan de toekomst bouwen. Wij helpen mee door de toestand van de mensen ter plaatse te leren kennen maar ook door onze materiële steun én, niet te vergeten, ons gebed. Zo helpen we mensen tot hun recht te komen maar ook om hun rug te rechten zodat ze kunnen opstaan uit de ellende. Een beetje verrijzen dus.

Rik Palmans