Onze kinderen en jongeren zijn onze toekomst. Zij maken de wereld van morgen, zij moeten kunnen dromen, leren en groeien. Ze starten niet met een wit blad. De maatschappij zoals ze er is, wordt hun leefwereld, waar ze verder op bouwen. De context waarin kinderen en jongeren opgroeien is sterk verschillend. Elke leerling heeft z’n eigen context. Kansrijk en kansarm komen samen terecht op de schoolbanken.

Uit elk kind het allerbeste halen moet de doelstelling zijn van het gehele onderwijs. De realiteit is echter anders. Kinderen uit gezinnen in armoede hebben meer kans op slechtere schoolresultaten, op zittenblijven, op schoolmoeheid. Hebben ze minder talent? Of moeten ze veel meer afstand afleggen dan kinderen in de binnenbaan?

Gevangen in het armoedeweb

Hoe komt het dat de sociale ongelijkheid zo’n sterke invloed heeft op de schoolresultaten? Eén van de verklaringen is dat de kinderen en jongeren ook gevangen zitten in het armoede web. Ze ondervinden de gevolgen van armoede op verschillende levensdomeinen,waaronder onderwijs, maar evengoed huisvesting, sociale contacten, vrije tijd,gezondheid …

De ene uitsluiting hangt samen met de ander een versterkt elkaar. Als je bijvoorbeeld je huiswerk moet maken in dezelfde ruimte waar je kleine broertje lawaai maakt tijdens het spelen en mama aan het koken is, dan zal je je moeilijker kunnen concentreren. Of wie in armoede leeft is vaker ziek en veel lessen missen omwille van ziekte heeft geen goede invloed op de slaagkansen.

Ongelijkheid op school

Ook op school speelt de armoedesituatie verder door. Wie met weinig middelen moet rondkomen, merkt al snel dat kosteloos leerplichtonderwijs nog veraf is. Al in de basisschool lopen de kosten, ondanks de maximumfactuur, voor sommigen al te hoog op. In het secundair en hoger onderwijs wordt dat alleen maar moeilijker.

De kostenproblematiek is slechts één factor. Wel één die soms veel bepaalt. Al te vaak zien leerlingen te veel af van problemen met schoolkosten, terwijl zij zich daar eigenlijk niet mee bezig moeten houden. Kinderen en jongeren in armoede weten meestal zeer goed dat er thuisarmoedeproblemen zijn en proberen waar ze kunnen mee te helpen, soms door zelf al te beslissen aan welke activiteit ze wel of niet deelnemen, omdat ze weten dat die kost er niet meer bij kan.

Ook scholen weten niet altijd hoe om te gaan met onbetaalde schoolfacturen. Nog in te veel scholen wordt de leerling betrokken partij bij betalingsproblemen. Nota’s in de agenda, een herinneringsbrief meegeven met de boodschap dat de rekening nog moet betaald worden, in klasverband ophalen van bijdragen, rapporten niet meegeven omwille van betalingsachterstand …

Jammer genoeg zijn er scholen waar grof in de fout wordt gegaan in de omgang met gezinnen in armoede, in de meeste gevallen is het echter een gebrek aan kennis of tools om hier goed mee om te gaan.